1. Home
2. Standpunten
3. 5. Leefbare landbouw en gezond voedsel

5. Leefbare landbouw en gezond voedsel

Het landbouwbeleid is er niet voor de grote multinationals, maar voor agrarische gezins- en familiebedrijven.

Ze moeten met Europees budget geholpen worden in het bereiken van een betere keten-positie en het innoveren en duurzaam maken van hun bedrijven. Zo werken we verder aan onze voedselveiligheid en een leefbare omgeving. Dat is hard nodig. In heel Europa verlaten mensen het platteland en wordt het steeds moeilijker de leefbaarheid en samenhang van de gemeenschap te garanderen. Samen moeten we zorgen voor onze omgeving – voor ons stukje aarde dat we door willen geven.

Gezond voedsel door gezonde boerenbedrijven

Een supermarkt vol gezond, goed eten lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. De vraag naar voedsel wordt wereldwijd steeds groter en landbouwgronden worden schaarser. Door hogere productiviteit, efficiëntie, innovatie en duurzaamheid kunnen we ervoor zorgen dat er voldoende en gezond voedsel is. De Vlaamse land- en tuinbouw loopt hierin wereldwijd al voorop.

Ik pleit ervoor dat dat Europa zoveel mogelijk zelfvoorzienend wordt, voedseltekorten door politieke spanningen op het wereldtoneel moeten we voorkomen. Regelgeving die nieuwe technologieën in productie en veredeling in de weg staan, moet gemoderniseerd worden om de voedselproductie naar de toekomst toe te waarborgen.

Boeren produceren ons eten, maar verdienen daar zelf vaak nauwelijks een goede boterham mee. Overal in Europa dreigen jonge boeren en familiebedrijven het niet te redden door de druk op inkomens en de lage waardering. Daarom zijn landbouwsubsidies op dit moment nodig. Boeren zijn belangrijk voor onze voedselvoorziening en Europa moet zich ervoor inzetten dat zij een betere economische positie krijgen. Ik wil een eerlijke markt, met eerlijke concurrentie en een eerlijke prijs voor de producerende boeren.

Voor mij geldt: gezond voedsel, een gezonde aarde en gezonde boerenbedrijven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het een kan niet zonder het ander. Uiteindelijk wil ik toe naar een Europees landbouwbeleid dat alleen nog eerlijke concurrentie en eerlijke prijzen in de agrarische sector faciliteert. Europese landbouwsteun zal dan vooral dienen om boeren te belonen voor de maatschappelijke rol die zij vervullen, die de markt niet vergoedt. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het onderhouden van het landschap, het verbeteren van het welzijn van dieren en het investeren in duurzaamheid.

"Agrarische gezins- en familiebedrijven moeten met Europees budget geholpen worden in het bereiken van een betere ketenpositie en het innoveren en duurzaam maken van hun bedrijf."

Zolang de prijs van de producten nog niet voor het inkomen van de boer betaalt, moet het Europees landbouwbudget dit blijven aanvullen. Wel moet het budget eerlijker en efficiënter worden verdeeld. Er moet een groter deel naar het ondersteunen van familiebedrijven en startende boeren, bijvoorbeeld gunstige startersleningen vanuit Europese fondsen. Ook samenwerkingsverbanden voor kleinere boerenbedrijven moeten meer ondersteund worden.

Ik vind dat in de regels rekening mag worden gehouden met regionale verschillen. Het feit dat we in Vlaanderen in een bijna verstedelijkt gebied aan het boeren zijn ( met hoge grondprijzen) moet gecompenseerd worden. Ook wil ik inzetten op sector-brede afspraken over de bescherming van klimaat, biodiversiteit en dierenwelzijn, met de eerlijke prijs die daarbij hoort. Uiteindelijk zullen alle bedrijven in de agrofoodsector in Europa zoveel mogelijk circulair moeten werken. Zo willen we met de hele voedselketen, van productie tot consumptie, toewerken naar het sluiten van kringlopen.

"Voor gezond, veilig, betaalbaar en duurzaam voedsel is een gezonde economische positie van Europese boeren nodig."

Het milieubeleid moet gemoderniseerd worden, zodat we maximaal kunnen inzetten op een duurzaam en klimaatvriendelijk functioneren van agrarische bedrijven. Voor transities in de landbouw zijn investeringen van Europa nodig in innovatie en vernieuwing, vooral op het gebied van het beschermen van de landbouwbodem. Het is belangrijk dat de investeringsprogramma’s ook boeren ondersteunen bij onderzoek en toepassing van onderzoeksresultaten in de praktijk.

Voldoende landbouwgrond is cruciaal voor onze voedselvoorziening. We moeten deze grond beschermen en het voor niet-Europese investeerders zeer moeilijk maken om grond in Europa op te kopen. Het voedsel in Europa voldoet momenteel aan de hoogste kwaliteitsstandaarden ter wereld. Onze kwaliteitsstandaarden moeten ook gelden voor producten van buiten Europa, en zo nodig moet dit resulteren in heffingen om oneerlijke concurrentie te voorkomen.